Waarom diploma’s onzin zijn (3)
Denk eens aan de volgende beroepen. Kok, veiligheidskundige, advocaat, muzikant, huisarts, voetbaltrainer, organisatie adviseur, timmerman, programmeur, huisschilder, kunstenaar, constructeur, kastelein, burgemeester, fietsenmaker, psychiater, architect, lasser, bedrijfsleider, en zo nog honderden andere beroepen.
Twee vragen. Ik begin maar vooraan in het rijtje. Toont een diploma aan dat je een goede kok bent? En vervolgens: betekent het niet hebben van een diploma dat je een slechte kok bent?
In de praktijk gaan we er – geheel ten onrechte – van uit dat antwoord het ‘ja’ is.
Mensen gaan naar een psychiater, een makelaar of een huisschilder en denken dat deze zijn vak verstaat. Hij of zij is immers gediplomeerd. Een nogal naïeve aanname.
Opleidingen staan namelijk vaak ver van de praktijk af. Eindtermen zijn niet in lijn met de eisen binnen de uiteindelijke beroepsuitoefening. Toetsing van eindtermen laat te wensen over. Docenten leren mensen iets dat ze zelf nog nooit als beroep hebben uitgeoefend. Veel afstudeerders hebben amper een organisatie van binnen gezien.
Een ontnuchterende constatering….
als trots ongediplomeerde manager kan ik dat bevestigen, maar studeren blijft toch een shortcut
Een Diploma en goed zijn in je werk heeft maar ten dele met elkaar te maken. Dat diploma heb je nodig voor de basis. Enthousiasme, inzet, betrokkenheid en ervaring om er uiteindelijk ook iets goeds van te maken. Ongediplomeerden hebben vaak de basiskennis niet en blijven hier tegen aan lopen. Denk maar eens bij het volgen van vervolg cursussen die men zijn leven lang zal moeten volgen (Wijffels).
Ik bedoel dus Wijers….
Nederland is een land van zekerheden. Diploma’s zijn een vorm van zekerheid, hoe naief ook. En de volgende vraag dringt zich op, dat alle andere aspecten (Enthousiasme, inzet, betrokkenheid en ervaring) die iemand “goed” maken in zijn job vaak lastiger meetbaar zijn, buiten zijn/haar organisatie. Dus hoe zou je dat moeten organiseren?